Dwarskijker zaterdag 3 augustus 2019
Geurt Franzen schrijft tweemaal per week (woensdag en zaterdag) de column Dwarskijker voor de editie Maasland van De Gelderlander
Cuijk kan weer naar de film in het eigen dorp. En de nieuwe bios is er gelijk een met drie zalen. Met één filmzaaltje red je het immers niet, tegenwoordig. Het is überhaupt een mirakel dat mensen nog naar de bios gaan, met Netflix, HBO en al die andere leveranciers van films aan huis.
Ik weet nog dat ik voor het eerst in een bioscoop kwam met meer dan één filmzaal. Ik was Bio Riche gewend, de Boxmeerse bios waar we met zijn allen op het zelfde moment naar dezelfde film zaten te kijken. Meestal op zondagmiddag, met de dikke en de dunne als voorafje.
Bevind ik me dus op een goede dag in 1980 in Heerlen in een bioscoop met zeven (7!) zalen. Meen dat de bios ook naar dat aantal was genoemd: ‘H7’. Mijn lief en ik waren in de buurt en omdat we De Witte van Sichem wilden zien, een nieuwe verfilming van Ernest Claes’ beroemde roman, kochten we een ticket.
Het was even zoeken, met al die deuren die naar verschillende projecties leidden, maar uiteindelijk vonden we de zaal waar De Witte was geprogrammeerd. We waren vroeg: er zat nog geen hond. Dus kozen we de twee beste stoelen uit, in het midden.
Toen de zaallichten doofden, zaten we daar nóg alleen. We keken elkaar aan. In het schemerdonker zagen we dat we hetzelfde dachten: draaien ze hier een film voor twéé bezoekers? Ja dus.
Een stampvolle zaal is ook niet alles, maar met zijn tweeën voelde ook behoorlijk ongemakkelijk. Vooral toen halverwege het woord ‘pauze’ op het filmdoek verscheen. Voelden we ons toch verplicht wat te gaan gebruiken bij het snoeploket.
Met een handvol pinda’s en een cola keken we de film uit. De Witte viel tegen. Of lag het aan de ambiance? Durfde niet eens te lachen, bang voor de echo.