Het Oorlogsmuseum in Overloon moet misschien een deel van zijn collectie naar de kelders verplaatsen, als het vaker zo heet wordt als deze week. Dat zegt de directeur, Erik van den Dungen, tegen deze krant. Want die grote tentoonstellingszalen boven de grond zijn moeilijk koel te houden. Voor een museum dat de ellende van oorlog en bezetting wil verbeelden, misschien niet eens zo’n gek idee. Ervaar je aan den lijve hoe het is om in een schuilkelder te zitten, wat voor veel burgers in oorlogsgebieden de enige kans is om het bommentapijt te overleven dat de vijand boven je hoofd uitspreidt.
Stel je voor dat deze belachelijke hitte inderdaad een blijvertje wordt, dat we een Hittetijd krijgen. Dan zullen we wel meer aanpassingen moeten doen. De openingstijden van Zoo Parc Overloon veranderen is dan klein bier. De Vierdaagse bijvoorbeeld. Die zou deze week zijn afgelast, dat is wel zeker, met 40 graden op de thermometer. En Daags na de Tour, die maandag weer duizenden naar Boxmeer trekt, zou die met 40 graden verreden worden? Ik zag Kruiswijk en de zijnen deze week stug doorfietsen bij die temperaturen in Frankrijk. Die zijn wel wat gewend. Maar is er voor het publiek nog wat aan, als de koperen ploert je zo genadeloos geselt als ie van de week heeft gedaan?
Misschien moet er wel veel meer onder de grond, als de Hittetijd een feit wordt. En andere werk- en speeltijden natuurlijk. Een uitgebreide siësta – vind ik tot nu toe het enige voordeel van zo’n hittegolf – en dan ’s ochtends heel vroeg en ’s avonds heel laat werken en recreëren. Krijgen we misschien wel een Nachtjaarmarkt in Mill. En wat te denken van een Nachtvierdaagse rondom Nijmegen en een Nacht na de Tour? Ik verheug me nu al.