Ali Banisadr (1976) schildert met geluid. Hij doopt zijn kwast in de verf en zodra hij het penseel op het doek zet, leidt een geluid in zijn hoofd hem verder. De kunstenaar heeft synesthesie, zijn zintuigen vermengen zich. Dat brengt hem ook dicht bij Jheronimus Bosch.
Eerder verschenen in het zaterdagmagazine FD Persoonlijk van het Financieele Dagblad op 27 april 2019
Een kleur kan niet écht schreeuwen. Toch vindt niemand het gek als je het over schreeuwende kleuren hebt als de nieuwe voorjaarsmode pijn doet aan je ogen. Als een politicus anderen de schuld geeft van zijn stembusnederlaag, en een columnist dat bittere verwijten noemt. Als je tafelgenoot het over scherpe geuren heeft uit de keuken van een oosters restaurant.
Dichters begonnen ermee, met taal waarin zintuiglijke waarnemingen worden vermengd. En in ons taalgebruik is het volledig geaccepteerd. Maar er zijn mensen die het door elkaar lopen van de zintuigen daadwerkelijk ervaren. We noemen het synesthesie. Een verschijnsel dat niet zo verwonderlijk is, als je je realiseert dat onze zintuigen niet zonder elkaar kunnen. Ga maar eens uit eten in een 3-sterrenrestaurant met een verstopte neus. Zonde van het geld.
Bij sommige kunstenaars is die zintuiglijke vermenging zo ontwikkeld dat het hun manier van werken beïnvloedt. Als schilder Wassily Kandinsky (1866-1944) muziek hoorde, doemden in zijn hoofd vormen en kleuren op. Ook David Hockney (1937) ziet kleuren als hij muziek hoort.
Een hedendaags kunstenaar bij wie de synesthesie bovengemiddeld ontwikkeld is, is Ali Banisadr (1976, Teheran). Zodra de schilder een kwast op een doek zet, hoort hij een ruis. Een geluid in zijn hoofd dat hem leidt tijdens het schilderen. Banisadr, met zijn familie uit Iran gevlucht en nu wonend in de Bronx in New York, weet niet beter. Het is al zo sinds zijn kindertijd. ‘Ik hoorde de geluiden en dan ging ik ze tekenen.’ Het waren dan ook bijzondere geluiden. Geen geluiden waar we in normale omstandigheden een peuter aan blootstellen. Het was de sirene van een bomalarm. De angstaanjagende herrie van vliegtuigen die laag overkomen. Van bommen die neerkomen op een woonwijk. Kleine Ali hoorde de geluiden terwijl hij zich met de rest van zijn familie schuilhield in een kelder. Ali’s kindertijd was doordrenkt van de geluiden van een oorlog, die tussen Iran en Irak (1980-1988).
De geluiden keerden jaren later terug toen hij als student de kust van Normandië bezocht. Hij zag de beschadigde bunkers die getuigden van D-Day, de invasie van de geallieerden die uiteindelijk een einde maakte aan de Tweede Wereldoorlog, en hij vond zichzelf terug in de benauwde schuilkelders van Teheran. In New York, waar hij studeerde aan de kunstacademie, nam hij na terugkomst grote vellen papier en tekende met houtskool de ene zwartwit-tekening na de ander. Het waren explosies, alleen maar explosies, die de geluiden en trillingen van vallende bommen verbeeldden.
Geluid vormt bij Banisadr een onderliggende laag van elk schilderij. ‘Pas als ik niets meer hoor, weet ik dat het schilderij klaar is.’ Bij de één is synesthesie aangeboren, bij een ander ontwikkelt het zich door gebeurtenissen en ongetwijfeld is de gemankeerde kindertijd van Ali Banisadr van grote invloed geweest.
In de tachtiger jaren vluchtte zijn familie naar de Verenigde Staten. Banisadr groeide op in Californië, maar wist dat als hij zijn artistieke ambities wilde najagen hij naar New York moest, naar de prestigieuze Academy of Arts.
Nu, bijna twintig jaar later, hangt zijn werk in de grote musea ter wereld, van het Metropolitan Museum of Art in zijn woonplaats tot het British Museum in Londen. In Nederland waren zijn schilderijen wel te zien tijdens gezamenlijke exposities, maar nog niet eerder in een solotentoonstelling. Die aandacht krijgt Banisadr nu wel. Dit voorjaar toont een solo-expositie in het Noordbrabants Museum in Den Bosch ruim twintig werken van de kunstenaar. Het is zijn eerste solotentoonstelling in Europa.
Den Bosch is geen toeval. Het is de stad van Jheronimus Bosch (1450-1516) en met hem voelt de Iraans-Amerikaanse schilder zich sterk verwant. Banisadr bezocht de grote overzichtsexpositie van de middeleeuwse meester, die de Brabantse hoofdstad drie jaar geleden organiseerde, en voelde de verwantschap, zo zei hij na afloop. ‘Als ik naar werk van anderen kijk, als het iets met me doet, dan hoor ik ook de geluiden. Bij Bosch heb ik dat heel sterk. Ik hoor het geluid door de wand gaan als ik naar een schilderij van hem kijk.’ Van Bosch’ magistrale werk De Tuin der Lusten, dat in het Prado in Madrid hangt, zegt hij: ‘Ik kan uren voor dat schilderij staan. Ik zie het ene na het andere verhaal verschijnen.’
Het zijn niet alleen de geluiden die hem naar de schilderijen van Bosch lokken. Banisadr is ook onder de indruk van de doorkijkjes van Bosch. Composities die uit verschillende ‘ruimtes’ bestaan, zoals een open venster in een muur, die je kunt binnentreden en dan er weer uit, naar de volgende. Ook de gezichten die Bosch schilderde, fascineren hem: ‘Ze zijn altijd in zichzelf gekeerd, nooit in dialoog met een ander. Die figuren zijn eigenlijk heel hedendaags, alleen hun kleding verraadt dat ze uit een andere tijd stammen.’
Kijk naar een schilderij van Banisadr en je herkent de invloeden. De oorlog uit zijn kindertijd, soms heel nadrukkelijk als explosies van kleuren verbeeld. Die zijn zo krachtig geschilderd dat de synesthesie van de maker die van de kijker oproept: je hóórt de knallen, dit zijn bijna letterlijk schreeuwende kleuren.
Er zijn schilderijen die herinneren aan de veldslagen op Perzische miniaturen uit de vijftiende, zestiende eeuw. Een invloed vanuit de traditie van zijn geboorteland die Banisadr niet ontkent. Ook al hebben Banisadr’s schilderijen niets van dat petieterige, ze zijn monumentaal van omvang.
Een invloed die de kunstenaar evenmin ontkent, is die van de graffiti die in de Bronx, de wijk waar hij woont, welig tiert. Als hij het schilderen moe is, loopt hij de wijk in en laat zich verrassen door steeds weer nieuwe structuren en kleuren, ook al gaat het soms om roestige hekwerken, deuren waarvan de verf afbladdert of onbekende steegjes.
De invloed van Jheronimus Bosch is echter allersterkst. Bekijk de kleurrijke, levendige schilderijen uit zijn oeuvre, een mengeling van orde en chaos, en je ziet eigentijdse varianten op schilderijen van Bosch. Er is weinig verbeelding voor nodig om in die abstracte schilderijen figuren te ontdekken. Het krioelt ervan, van raadselachtige wezens die zo lijken te zijn weggelopen van de panelen van de middeleeuwse schilder. Alsof Bosch de voorstudies maakte en Banisadr ze heeft ingekleurd. Er is alleen één groot verschil. Het is net alsof de schilder, terwijl de verf nog nat was, met een zachte doek over zijn schilderij is gegaan. Zodat de scherpe contouren, die ons oog nodig heeft om de schepsels als zodanig te herkennen, zijn verdwenen. Zodat we aan het twijfelen worden gebracht. Zien we daar echt een mens met een vissenkop of beelden we ons dat maar in? Daarmee gaat Banisadr verder dan Bosch: hij geeft zijn schilderijen een laag extra en prikkelt onze fantasie nog meer dan de middeleeuwer al deed.
Ali Banisadr: Foreign Lands, in het Noordbrabants Museum, van 6 april tot en met 25 augustus 2019.
Foto boven: de Iraans-Amerikaanse kunstenaar Ali Banisadr. Foto: Julia Niebuhr
Een explosie van kleuren op Foreign Lands (2015). Olie op doek, 243,8 x 350,5 cm. Olbricht Collection. Courtesey of the artist and Galerie Thaddaeus Ropac, London, Paris, Salzburg. Foto: Jeffrey Sturges