Gemiddeld liggen er op elke honderd meter Maasoever 529 stukjes afval. Daarvan bestaat 84 procent uit plastic. Waterflesjes, wikkels, doppen en plastic waarvan je niet eens meer kunt zien waarvoor het ooit diende.
Dit is geen alinea uit een verkiezingsprogramma, dit zijn de feiten die een onderzoek van IVN Natuureducatie, Plastic Soup Foundation en Stichting De Noordzee hebben opgeleverd. Maar u hoeft niet ongerust te worden. Al dat plastic verdwijnt op een gegeven moment van zelf. Het spoelt gewoon naar de zee. Kunt u rustig aan de Maas van het zonnetje genieten.
Natuurlijk zie ik het plastic ook, als ik in Boxmeer langs mijn geliefde rivier wandel. Maar geteld heb ik nog nooit. 529 is best veel.
Doet het er wat toe wíe al die troep in de rivier gooit? Het zijn schippers, recreanten en toevallige passanten. Ach, wie voor welk percentage verantwoordelijk is, maakt niet uit. Wat er wél toe doet, is waaróm er zoveel plastic wordt gebruikt. Het antwoord is: gemak. Niets zo prettig ingepakt als in plastic. De inhoud blijft langer goed, je kunt een omhulsel elke vorm geven die je wil, slap of hard, alles kan. Als je erover nadenkt, best een knap product, dat plastic. Het vergaat alleen niet. En de luie mens vertikt het om het in de prullenbak te doen.
Misschien moeten we het zo maar laten. Krijgen we straks een zee van plastic. Zou weleens heel mooi kunnen zijn, een zonsondergang boven een glinsterend, veelkleurig deinend oppervlak. Een zee zonder vis, ja. Maar ach. Wie maalt er om een visje meer of minder. Trouwens, die kun je ook van plastic maken. Net zoals ze tegenwoordig politici van plastic maken. Fraai vormgegeven weggooiproducten. Echt, plastic is top.
Geurt Franzen schrijft tweemaal per week (woensdag en zaterdag) de column Dwarskijker voor de editie Maasland van De Gelderlander