Dacht even dat ik het script van een aflevering van Luizenmoeder las. U weet wel, die immens populaire tv-serie over een basisschool die ons elke zondagavond een spiegel voorhoudt. Vette clichés die afwisselend lachsalvo’s en gevoelens van schaamte oproepen.
Dat was toen ik las dat de school in Overloon zo’n beetje alles en iedereen in het dorp inspraak gaat geven over hoe er, na de nieuwbouw, les gegeven moet worden. Er moet, in sessies met ouders, grootouders, groenteman, bakker en de lijnentrekkers van de voetbalclub, een ‘koerskaart’ worden gemaakt. Een printje van Google Maps dat meesters, juffen en leerlingen vertelt: dáár gaan we heen. Omdat kinderen zich niet alleen ontwikkelen op school, maar ook op straat, op het voetbalveld en bij de fanfare.
Ik zie directeur Anton van De Klimop, de tv-school dus, glimmend van trots de docentenkamer binnenkomen. Een veelkleurige vouwkaart in zijn hand die hulpkracht Nancy in elkaar heeft geknutseld. ‘Jongens, we gaan iets nieuws doen: de koerskaart!’ Ik twijfel niet, dat wordt 25 minuten satire van de bovenste plank. Juf Helma steekt demonstratief een sigaret op en zegt dat ze niets van die moderne onzin moet hebben, Juf Ank heft spontaan een lied aan (Hallo allemaal, wat fijn dat jij er bent, we stippelen de route uit, dat hebben we gepland) terwijl conciërge Volkert op stoïcijnse wijze de boel vakkundig saboteert.
Maar even serieus: het is moedig van de Overloonse schooldirecteur. Natuurlijk is het goed om het dorp bij de school te betrekken. Als de verwachtingen over de deelname van willekeurige dorpelingen maar niet te hoog gespannen zijn. Wie eenmaal van school áf is, ziet een horizon voor zich zónder school.
Geurt Franzen schrijft tweemaal per week (woensdag en zaterdag) de column Dwarskijker voor de editie Maasland van De Gelderlander