2019 wordt het jaar van het varken. Volgens de Chinese dierenriem tenminste. Een varken is aaibaar en alleszins eetbaar. Dus zeker van nut. Ook in de kunst speelt Miss Piggy een rol, al is het dan een dubieuze.
Eerder gepubliceerd in het zaterdagmagazine FD Persoonlijk van het Financieele Dagblad van 29 december 2018
1. Wim Delvoye, Jamie, getatoeëerd varken (opgezet), MAMAC, Nice (F)
In den beginne was er óók het varken. Op schilderijen van de Hof van Eden moet je er echter naar zoeken. Die luie, vegan leeuw schreeuwt altijd om aandacht. De Sus scrofa (wild zwijn) vind je hooguit in een hoekje, voorzien van een monsterlijke kaak en geniepige ogen. Gelukkig hebben we tegenwoordig Wim Delvoye (1965). Die verheft het varken zélf tot kunstwerk.
Varkens opeten, ach. Ze met honderden tegelijk vetmesten, nou ja. Maar ze tatoeëren? Oei. De Belgische kunstenaar heeft het geweten. Toen hij in 1992 getatoeëerde varkenshuid tentoonstelde, kraaide er nog niemand naar. Vijf jaar later exposeerde hij lévende varkens, vers van de tattooshop. Toen had hij bijkans politiebescherming nodig. Dat ie ze eerst had verdoofd, mocht de pijn bij de dieren hebben verzacht, niet bij dierenrechtenclubs.
Delvoye ging stug door. Begon in China een fokkerij en prikte zijn tattoo-naald eigenhandig in de huid van de dieren. Weer later bekleedde hij polyester varkens van snuit tot krul met tapijt. Niemand die er aanstoot aan nam. Waarom de Vlaming varkens tot kunst transformeert? Omdat ze het waard zijn met een andere blik bekeken te worden. Kijk zelf. Met menselijke versieringen lijkt die roze huid best op die van ons. Toch?
2. Paulus Potter, Twee varkens in een stal (1649), Museum of fine arts, Houston (VS)
Natuurlijk kent u De Stier van Potter. Bussen spuwen bij het Mauritshuis in Den Haag ladingen toeristen uit die het beroemde schilderij uit 1647 komen bewonderen. Kenners hebben ontdekt dat Potter dat aardige stiertje van boven tot onder in elkaar heeft geknutseld. Het heeft kenmerken van allerhande rundvee uit die dagen. Het stiertje kijkt er niet minder aardig door, de toeristen blijven komen. En wat als Potter een trots varken prominent had afgebeeld? Waren de touringcars dan ook gekomen?
Potter heeft het varken wel degelijk als model gehad. Twee stuks zelfs, hompig neergevlijd in een kot, in zompige drek. De treurigheid spat als gier van het doek. Daar komt geen buslading Japanners op af.
Misschien komt het omdat deze varkens nog weinig weg hebben van de rozige dikbillen die u en ik kennen van de kinderboerderij. Potter heeft ze destijds ‘naar de natuur’ getekend. We zien deze wild uitziende, en toch al gedomesticeerde varkens ook bij Albrecht Dürer, op zijn tekening van Der verlorene Sohn uit 1496. Schranzende schrokoppen om bang van te worden. Miss Piggy had nog de nodige bezoekjes aan de plastisch chirurg te brengen voordat ze eruit zou komen te zien als het roze varkentje van vandaag.
3. Jeff Koons, Ushering in banality, Stedelijk Museum, Amsterdam
Dit zou zomaar een ‘hummeltje’ kunnen zijn. Zo’n porseleinen beeldje dat het zo goed doet op zekere dressoirs. Nog beter op Marktplaats trouwens. Voor minder dan drie tientjes wordt er zelden een aangeboden. Een lieflijk tafereel van een varken dat door een jongen wordt geduwd en door twee blijmoedige engeltjes wordt begeleid. Maar dit is een echte ‘Koons’, van hout en een meter hoog. Past niet op uw vensterbank.
De Amerikaan maakte drie van deze uitvergrotingen van beeldjes die in sommige interieurs ter decoratie dienen. Men sprak er schande van dat het Stedelijk in 1988 250.000 gulden (113.445 euro) durfde neer te tellen voor een werkje dat zelfs bij het tv-programma Tussen kunst en kitsch al bij de ingang zou worden weggehoond.
De kunstenaar heeft het kunstwerk niet ironisch bedoeld. Ook wilde hij de smaak van het publiek niet aan de kaak stellen. Hij vond het gewoon mooi.
Waar duwt dat jongetje het varken naartoe? Sommige critici zijn ervan overtuigd: naar het podium van de kunst. U en ik weten wel beter. Als een varken tegenstribbelt, betekent dat maar één ding. De twee engeltjes laten ook niets aan de verbeelding over: dit varken heeft zijn langste tijd op aarde gehad.
4. Chen Wenling, Zero gravity, privé collectie
Een naakte, gezette dame, het hoofd dat van een varken. Ze zet een spuit in haar overweldigende borst. Een koket vrouwtje met damestas en in mini-jurkje, óók al met een varkenskop. Een lamgeslagen zeug met een rij vrouwenborsten. En het kunstwerk hiernaast, Zero gravity (gewichtloosheid). Een plastiek van vet, roze varkensvlees, met menselijke trekken. Lillend vlees dat, anders dan de titel doet vermoeden, wel degelijk de kortste weg naar beneden zoekt.
De Chinese beeldhouwer Chen Wenling (1969) lust er wel pap van, van mensvarkens en varkensmensen. Alsof hij een heel nieuw kunstgenre heeft ontwikkeld.
Het werk van de geëngageerde kunstenaar is doordrenkt van satire. Hij verwondert zich over de razendsnelle metamorfose van zijn land. Een land dat zich, zonder de communistische ideologie los te laten, ontwikkelt tot een moderne samenleving. Met nadelige gevolgen op de koop toe, zoals obesitas. Zo blijkt lillend varkensvlees een dankbaar onderwerp om zwaarlijvigheid mee aan de kaak te stellen. Waar Wim Delvoy zijn varkens versiert zoals mensen zichzelf versieren, gaat Wenling een stap verder. De eigenschappen van mens en varken zijn onderling uitwisselbaar, zo wil hij ons tonen. Dat hij weinig moeite hoeft te doen om de gelijkenis te realiseren, mag je gerust verontrustend noemen.
5. Félicien Rops, Pornokratès (1878), Musée Provincial Félicien Rops, Namen (B)
Ook in het schilderij Pornokratès krijgt het varken een hoofdrol in een poging de samenleving aan de kaak te stellen. Félicien Rops (1833-1893) was een eigenzinnige, brutale Belg, zeker voor die tijd. Het liefst trok hij met zijn penseel ten strijde tegen de hypocrisie van de kerk. Maar ook de burgerlijkheid van de samenleving was deze kunstenaar, die vrijheid boven alles stelde, een doorn in het oog. De dame laat zich geblinddoekt leiden door een varken. Het dier staat symbool voor haar instincten. Zich wellicht niet van haar naaktheid bewust, vertrapt ze de oude kunsten, onderin het beeld.
6. Damien Hirst, This Little Piggy Went to Market, This Little Piggy Stayed at Home, privécollectie
Het zijn de eerste regels van een Engels kinderversje: ‘This little piggy went to market, this little piggy stayed at home.’ Maar kindvriendelijk is het kunstwerk niet waaraan Damien Hirst (1965) die twee regels als titel verbond.
Hirst liet een varken in de lengte doorzagen. De helften werden in twee glazen bakken gehangen, gevuld met formaldehyde tegen bederf.
Alles komt aan op je standpunt. Bekijk je het kunstwerk van de zijkant, dan zie je twee varkens. Het ene zie je ‘van binnen’: die heeft duidelijk zijn laatste adem uitgeblazen. Het andere toont ons zijn beste jasje en lijkt dus nog intact. Loop je naar een korte zijde, ontdek je echter dat er een zaag aan te pas is gekomen: één varken, twee halve konten en koppen.
Miss Piggy heeft nóg een visueel grapje. Een motortje doet een van de twee bakken over een rail langs dat van de ander schuiven. Tadaa! De halve varkens glijden over elkaar heen en vormen – schijnbaar – weer een heel varken.
Met zijn visuele spelletjes confronteert Hirst ons met leven en dood. Zie je de ene helft, dan zie je de dood. Zie je de andere helft, dan ervaar je het leven.
Was maar thuisgebleven, Piggy.
7. Jheronimus Bosch, De tuin der lusten (detail), Prado, Madrid
We keren terug naar het begin, naar het paradijs. Of liever een schijnparadijs, namelijk dat van de Tuin der Lusten. Bosch schilderde het monumentale drieluik dat die naam draagt eind vijftiende eeuw. U moet naar Madrid om het te bewonderen. Zelfs voor de grote overzichtstentoonstelling twee jaar geleden, in ’s-Hertogenbosch, leende het Prado het werk niet uit. Terwijl het eigenlijk ‘van ons’ is, door Alva geroofd.
Er gebeurt van alles op het verhalende schilderij, maar wij kijken naar een hoekje op het rechter paneel, waar de hel wordt afgebeeld. Daar vinden we ons varken. Net zoals Chen Wenling eeuwen later zou doen, geeft Bosch deze zeug menselijke trekjes. Trekt het dier een nonnenkap over het hoofd. Zo wordt het een naakte non die een zondaar verleidt een document te ondertekenen. Waarin staat dat zijn aardse bezittingen aan de kerk toekomen.
Geen fijne rol die Jheronimus het varken hier laat spelen. Deze non symboliseert zowel de onzedelijkheid als de hebzucht van de kerk. Bij Bosch is vast de dubieuze rol van het varken begonnen.
Of is dat te gemakkelijk? Eén ding staat vast. Het varken is voor schilders van onschatbare waarde geweest. Schilders zouden prutsers zijn geweest zonder kwasten van varkenshaar.