Blokkeerfries is het woord van het jaar geworden. Ik zou er zelf niet trots op zijn, maar in het noorden zien ze het vast als een geuzennaam. Ze doen het al sinds 754, toen ze bij Dokkum de bloedcirculatie van Bonifatius met stokken op zijn hoofd zo vakkundig blokkeerden dat zijn hart er mee ophield.
Toen ik het op de radio hoorde, dacht ik gelijk: wordt het niet tijd voor een regionaal woord van het jaar? Ik kom er een beetje laat mee, ik weet het. Dus u de kans geven woorden te nomineren, een jury kiezen, een reglement opstellen, sorry, niet aan toegekomen. Misschien volgend jaar.
Vrees dat u het nu met mijn eigen nominaties doen. Doe ik de jury er meteen bij.
Eerste nominatie, met een knipoog naar de Friezen: blokkeergemeente. Die term wil ik graag munten voor Mill en Grave, eigenwijze Calimero’s die een grote gemeente Land van Cuijk niet zien zitten. Ook mijn tweede nominatie komt uit gemeenteland: zetelsjoemelaar. Dat is een raadslid dat zich via de ene partij in de raad laat kiezen en daarna overstapt naar een andere. Ik hoef u de voorbeelden uit Grave en Cuijk niet te noemen. Feestverziekerzou ook in aanmerking kunnen komen voor 2018. Het grappige is dat partijen die tegenover elkaar staan, er allebei de tegenstander mee kunnen aanduiden. Ik doel natuurlijk op de lui die het verjaarspartijtje van dat Katwijkse meisje verpestten. Op hun beurt zullen de onverlaten de Cuijkse burgemeester ook wel als feestverzieker zien.
Toch is een ander woord de winnaar. Dit jaar mochten wij Land van Cuijkers tot twee keer toe ervaren dat ons goede gedrag qua scheiden van afval door bestuurders wordt gehonoreerd. Niet met cadeautjes, maar met tariefstijgingen. Ineens betalen we absurd hoge tarieven op de milieustraat. En op 1 januari worden de tariefzakken twintig procent duurder. Het regionale woord van het jaar is dan ook afvalzakken. Waarmee ik niet die onbetaalbaar wordende plastic omhulsels bedoel, maar de bestuurders van de afvalzinzameling zelf die ons danig zijn afgevallen dit jaar. Proficiat.
Geurt Franzen schrijft tweemaal per week (woensdag en zaterdag) de column Dwarskijker voor de editie Maasland van De Gelderlander