Het leven is goed in het Brabantse land, waar de nachten lang zijn en zangers met een zachte g heimwee naar hebben als ze in een te stille stad lopen, ver van dat Brabant waar nog licht brandt.
En ondertussen maken in deze provincie de meeste jongeren een einde aan hun leven.
Statistieken liegen nooit. Ze worden hooguit weleens verkeerd geïnterpreteerd.
Dat mooie plaatje dat wij Brabanders van onszelf hebben, klopt dus van geen kanten. Misschien was het Brabant waar het leven goed was niet veel meer dan een tegeltje met een wijsheid aan een muur, gebarsten nu, van het haakje gevallen, in scherven op de grond. Brabanders kuieren niet meer, ze rennen in dezelfde vaart als alle andere Nederlanders de vooruitgang tegemoet, zonder te beseffen dat ze die allang hebben bereikt. Hun hoofden doordrenkt van gedachten over morgen moet ik dit, even verstikt als de Brabantse bodem, verstikt door een overdaad aan mest, de lucht doordrenkt van ammoniak.
Zelfs Dionne Stax heeft haar zachte g ingeslikt.
Misschien zijn ze er minder tegen opgewassen, Brabantse jongeren. Dat ze de ratrace daarom eerder dan leeftijdgenoten uit Friesland of Zeeland ontvluchten. Valt ook niet mee, jong zijn, nu. De lat ligt altijd hoog. Je moet vrienden hebben, zowel echte als op social media. Aan sport doen, dancefestivals bezoeken én minstens twee studies doen; vmbo is niet meer genoeg. Je haar moet goed zitten en je kleren volgens de mode van vandaag, liever nog die van morgen. Je kamer ingericht naar Ikea-voorbeeld en o wee als je vandaag te weinig likes hebt op Instagram. Er valt niets te kiezen, alles moet. Van de ander, van de reclame. Jongeren hebben niets te kiezen. Behalve dan dat ene.