De schipper die met zijn tanker dwars door de Graafse stuw voer, zat al dertien uur achter zijn roer. In dichte mist. En dat mag. Vraag die bij me opkomt: waarom zijn de regels van de beroepsvaart zoveel soepeler dan die van het beroepsvervoer op de weg? Moet er zelf niet aan denken dertien uur hetzelfde te doen. Krijgt zelfs Netflix niet voor elkaar.
Het is een vraag waarover bestuurders en politici zich ongetwijfeld ook buigen, nu de Onderzoeksraad voor Veiligheid het scheepvaartongeluk in kaart heeft gebracht. Belangrijker lijkt mij een tweede vraag: waarom zo’n kapitein zelf niet doorheeft dat dertien uur aan één stuk werken, met 2.000 ton benzeen in de buik van zijn schip, onverstandig is. Er worden vast allerlei eisen gesteld aan iemand die kapitein wil worden. Behalve het bezit van gezond verstand.
Zoals dat gebruikelijk is na rampen, wordt meteen geroepen om een nieuwe regel. U en ik zouden denken aan een verkorting van het maximumaantal uren dat een stuurman aan het roer mag zitten. Maar de Onderzoeksraad vindt het belangrijker dat Rijkswaterstaat bij dichte mist de scheepvaart stil mag leggen. Een rare reflex. Toch begrijp ik hem wel. Dat is natuurlijk gemakkelijker te controleren dan de klokjes van schippers.
Regeltjes, regeltjes, ze worden steeds belangrijker in onze ingewikkelde maatschappij. Belangrijker zelfs dan het bezit van gezond verstand. Drijft er vanzelf nóg een vraag naar boven. Komt er ooit een kantelpunt, waarop we als samenleving zeggen: het is genoeg, we houden op met nieuwe regels stellen? Of maken we de vrijheid van het individu nog verder ondergeschikt aan het succes van de samenleving? Zomaar een vraag op een willekeurige dag.