Heel erg in tegenwoordig: tribute concerten. Een handvol muzikanten die hun boterham verdienen in verschillende bandjes, sommigen zelfs al met een stevige reputatie, kruipen in de huid van een legendarische band of artiest en spelen een avond lang de succesnummers van toen. Vroeger was het iets voor starters: covers spelen. Tegenwoordig schaamt niemand zich er meer voor en dat is maar goed ook. In de jaren vijftig en zestig, waarin de popmuziek ontstond , was het juist heel gebruikelijk om beroemd te worden met liedjes van anderen.
Een tijdje geleden zag ik de affiches hangen: een tribute-party in Nijmegen met muziek van Bob Marley. Ik haastte me naar huis en wist precies wie ik blij ging maken.
Maar eerst even terug naar de zomer van 1978. Ik weet het, da’s lang geleden. Bob Marley was nog onder ons. Sterker nog: hij was in Nederland. Op 8 juli gaf hij een concert in de IJshal in Geleen. Ik las het die ochtend pas in de krant, op de camping in Zeeland waar ik met een maatje terecht was gekomen na een mislukt liftavontuur. De avond ervoor had mijn maat, de enige persoon die ik tot nu toe ben tegengekomen die zowel in de liefde als in het spel geluk heeft, de gokkast van het plaatselijke café doen rinkelen. Met twee broekzakken vol guldens keerden we terug naar de tent. En toen we lazen dat Marley ’s avonds zou optreden, rolden we de tent op, kochten een treinkaartje en togen naar Geleen.
Er waren nog kaartjes. Hoe de avond verliep, ik weet het echt niet meer. Ik rookte alles wat me werd aangeboden en werd de volgende ochtend wakker onder het lekkende afdak van een boerenschuur, tussen de tractoronderdelen. Maar ik had Bob Marley gezien.
Het meisje dat kort daarna mijn vriendin zou worden, was er ook. Maar dat wist ik niet. Ze vertelde me een paar maanden later een zielig verhaal. Met vier vriendinnen was ook zij naar het concert van Bob Marley gegaan. Met de trein, vanaf het logeeradres van één van de vriendinnen. Helaas eentje met strenge ouders. Want het stel mocht onder geen enkel beding de laatste trein missen.
Ik weet niet of u ooit een reggae-concert hebt meegemaakt. Maar die reggaejongens beginnen dus nooit op tijd. Dat slepende van die muziek, dat ritmische in de schouders, daardoor lopen hun horloges ook langzamer. Als ze die al om hebben.
Tegen de tijd dat Bob in Geleen het podium betrad, stonden de vijf meisjes al met tranen in de ogen bij de uitgang. Moesten hollen om de laatste trein te kunnen halen. Geen Bob gezien en heel veel guldens armer.
Dus ik kom thuis – het vriendinnetje bleef hangen en werd later mijn vrouw – en zeg: weet je wat jij moet doen? Jij moet die vriendinnen van toen een berichtje sturen. Dat jullie eindelijk de kans hebben om die nare herinnering te wissen. Samen naar dat tribute concert in Nijmegen! Haar ogen sprankelden als op de dag dat ze ja zei. Ze pakte de telefoon en een paar weken later togen ze met zijn vieren naar de tribute-party in Nijmegen. Met zijn vieren? Ja. Die ene, die ging niet mee… Het werd een tóp avond.