Ik denk nog weleens aan Brief aan Boudewijn van Walter van den Broeck. Geen idee hoe dat werkt, hoe dat ene boek zich te pas en te onpas als een herinnering manifesteert en andere, soms zelfs na herhaald lezen, worden opgeslokt door de grote muil van het vergeten. Ik heb meer van hem gelezen, het vierluik bijvoorbeeld waarvan de titels een anagram vormden (Het Beleg van Laken etc.), maar alleen aan Olen denk ik nog weleens terug. Aan de cité. Ben benieuwd of ik straks ook nog wordt teruggetrokken naar Terug naar Walden, Van den Broeck’s nieuwste roman. Een heel actueel boek, waarin hij de rijkste man van de wereld, Ruler Marsh, de huidige crisis laat veroorzaken. Omdat hij ongeneeslijk ziek is en wraak wil nemen op de mensheid. In New York begint het verhaal, maar Van den Broeck trekt zijn personage snel naar de Vlaamse Kempen, naar Van den Broeck’s thuishaven. Net als de schrijver keert Marsh terug naar zijn roots en vindt er de vrede in zijn lijf. Maar voor het zover is, komen in het genoeglijke Wallem een aantal vreemde snuiters tezamen, onder wie de door iedereen dood gewaande Steve Fossett. Een vermakelijk, af en toe licht treurig stemmend verhaal dat bol staat van de ironie. Wat zijn wij stervelingen toch prutsers, zegt Van den Broeck.