Op Facebook een foto van een winkelruit. Een bord dat steeds vertrouwder wordt: te koop. Er hangt een papiertje naast met een weinig opwekkende tekst. Dat komt er van, zo staat er te lezen. Als jullie steeds meer bestellen via internet, komen er steeds meer lege winkelruiten.
O. Het is onze schuld?
Iemand moet de schuld krijgen. Zo steekt de mens nu eenmaal in elkaar. Zelfs als de verandering in koopgedrag iets van alle tijden is – wie ruilt er nog een handvol zout tegen een kippenpootje? – , zelfs als de ene ondernemer wél en de andere niet meegaat met de tijd, dan nog is het prettiger die anonieme groep consumenten de schuld te geven dan jezelf.
Sint Anthonis steekt boeren die het financieel moeilijk hebben de helpende hand toe. Ze mogen, onder strikte voorwaarden, winkeltje gaan spelen. Alleen producten die ze zelf telen of die met hun boerenbedrijf te maken hebben. En moeder de vrouw moet achter de kassa. Beetje moeilijk te controleren allemaal en ik denk dat Sint Anthonis niemand in dienst heeft om dat te controleren, maar vooruit.
Boerderijwinkels, niks mis mee. Een levendig platteland, graag. Al die kraampjes langs de weg, toe maar. Hier trek je een doosje scharreleieren uit de automaat, ginds een bakje portobello’s en bij de volgende boerderij koop je een pond kaas of wat zelfgemaakte worstenbroodjes. Gezellig. Voor de wandelaar is er koffie onder het afdakje van de varkensstal.
De groenteboer en de slager in het dorp zien het met lede ogen gebeuren. Die zijn niet blij met dat liberale boerenbeleid van Sint Anthonis. Want hun nering gaat eraan.
Krijgen wij straks ook weer de schuld van. Ik zie de briefjes al hangen: Had u de komkommer maar niet bij de boer moeten kopen.
Er is één troost: consument zijn we allemaal.