Panter in de kelder van de Israëlische schrijver Amos Oz (1939) verscheen in Nederland voor het eerst in 1998 en is nu opnieuw uitgebracht. De boeken van de fabelachtig schrijvende Oz kunnen niet vaak genoeg opnieuw in roulatie worden gebracht, maar nu levert het een bijzondere leeservaring op. Althans voor wie Oz’ jongste roman, Judas, heeft gelezen. Die roman, vorig jaar verschenen, heeft verraad als thema. Verraad, maar dan beschouwd door de ogen van een twaalfjarige jongen, is ook het onderwerp van Panter in de kelder.
In Judas laat Oz een student in het Jeruzalem van de jaren zestig het vergrootglas leggen op de historische figuur Judas Iskariot. De apostel van wie wordt gezegd dat hij Jezus heeft verraden in de tuin der olijven, Getsemane. Een joodse student die Judas probeert te doorgronden, dat levert een intrigerend verhaal op; één waarin ons een Judas wordt gepresenteerd die waarachtiger lijkt te zijn dan alle andere apostelen. Die, als we de student of de schrijver mogen geloven, de enige discipel van Jezus was die van meet af aan onvoorwaardelijk geloofde dat Jezus de zoon van Christus was. Een apostel die er vast van overtuigd was dat Jezus tijdens de kruisiging zijn ware gezicht zou laten zien. Dat aan het kruis een wonder zou geschieden en dat zijn verraad even onvermijdelijk was als de kruisiging zelf.
Lees verder op Literair Nederland.