Ik moet het over scrum hebben, dacht ik gisterochtend, terwijl ik de sneeuw van mijn stoep veegde die twee dagen eerder was voorspeld en toen níet was gekomen. Een geruststellende gedachte overigens, dat het weer ook wel eens te laat is. Dat een depressie op de Noordzee vroeg in de ochtend denkt: wat kan mij die Nederlandse meteorologen schelen, ik draai me nog eens om.
Ik was al vegend zó aan het piekeren over dat rare woord scrum, dat ik me twee buren verder pas realiseerde dat ik iets was doorgeschoten. Fijn voor de post- en pakjesbezorgers, dacht ik, én voor de buren.
Scrum, onder die naam wil een club makelaars en projectontwikkelaars in de regio vaart gaan maken met woningbouw. Bij scrum, term uit het rugby, draait het om ‘goede samenwerking en snel kunnen schakelen als de situatie verandert’. Lees ik op internet. Noem mij naïef, maar volgens mij zijn het vaardigheden die een ondernemer van nature al moet bezitten. Maar het is goed om af en toe de neuzen in dezelfde richting te zetten. Fijn dat de entrepeneurs (da’s pas een mooi woord) dat van de week hebben gedaan. Bij een rugbyscrum zíjn behalve de neuzen ook de ogen allemaal dezelfde kant opgericht. Naar de grond. Het zal in dit geval wel lucratieve bouwgrond zijn. Van mijn part. Ik zou de ogen liever gericht zien op de reële toekomst van deze regio: minder kids, veel meer senioren.
Terug in huis klonk Sophietje op de radio. O ja, dacht ik. Johhny Lion is dood. Toen ik nog een menneke was, zag ik hem optreden in Boxmeer. Samen met Rob de Nijs in Circus Boltini. Er waren ook blote borsten bij. Van een Zuid-Amerikaanse dansgroep die kapriolen uithaalde in de piste. Nooit meer zo’n mooie scrum gezien.
Geurt Franzen schrijft tweemaal per week (woensdag en zaterdag) de column Dwarskijker voor de editie Maasland van De Gelderlander