Een beetje stad maakt zich ook druk over de kermis. En dus houdt het de gemoederen bezig in Gennep: moet de kinderkermis terug naar zijn oude plek? Volgende week vergadert de raad erover, op initiatief van D66.
Ik vond het best praktisch toen de kinderkermis nog tegenover het historische stadhuis zijn rondjes draaide. Draaimolen, vliegtuigjes, veel meer hadden mijn drie peuters ook niet nodig om vermaakt te worden. En we woonden er bijna bovenop, ze konden er bij wijze van spreken op hun blote voetjes naartoe.
Ik woon alweer een jaar of wat niet meer in het stadje. En de peuters van toen lopen niet meer warm voor een ritje in de draaimolen. Hooguit voor hun eigen grut dat zich zoetjesaan aandient. Maar ik sla de Gennepse kermis zelden over.
Vorige week deed ik mijn jaarlijkse rondje en ik moet eerlijk zeggen: het was een levendig en kleurrijk gezicht, die kinderkermis op het Jan Lindersplein. Niet meer zo weggestopt, zichtbaar voor de passant en veel dichter bij de grote kermis. Mijn kermisrondje werd er leuker van.
Veel Gennepenaren denken er, als ik D66 mag geloven, anders over. Die houden liever vast aan de traditie van een draaimolen op de markt. Omdat ze dat in 1860 ook al deden. 1860, toen er ook nog geen riolering was.
Een vooruitstrevende partij als D66 weet ook wel dat je zuinig moet zijn met het voor de dag halen van traditie als argument om iets tegen te houden. Tradities smoren immers elke rationele discussie over vooruitgang in de kiem. En dus gooien ze het op de veiligheid: er rijden auto’s langs het plein. Duh.
Best riskant, zo’n gelegenheidsargument. Straks roept een slimmerik: moeten er geen airbags in die draaimolen? Weg kinderkermis.