(De Gelderlander, 3 oktober 2024)
‘Ze betalen goed, die rijke Hollanders. Ik pieker er niet over om in een ander leger te gaan vechten!’
Principes kent Guillaume Renaud niet. Hij is huursoldaat in dienst van het leger van Frederik Hendrik (1584-1647). We horen Guillaume natuurlijk niet zélf. Het is een stemacteur van toneelvereniging Matigheid en Genoegen, die met volle overtuiging een bandje heeft ingesproken. Zijn Franse accent overtuigt.
Een Frans accent? Jawel, in een zeventiende-eeuws leger kwam je allerlei accenten tegen. Een wonder dat Frederik Hendrik zijn 20.000 soldaten dezelfde kant op wist te sturen, in zijn kampement klonk een mengelmoesje aan talen. Soldaten met maar één drijfveer: vechten voor wie het meest betaalt.
Wie Guillaume en vier andere ‘stemmen uit 1641’ wil horen, kan terecht in het oude stadhuis van Gennep. Daar is gisteren de permanente expositie ‘Experience ‘ 1641 – Beleef de Belegering’ geopend. Het verhaal van de belegering van het Genneperhuis, de burcht waar enkel wat overwoekerde muren nog van getuigen.
Glimmend van nieuwigheid zijn daarentegen de interactieve panelen die sinds gisteren te zien zijn. In vijf hoofdstukken leert de bezoeker hoe het er in 1641 uitzag toen stad en burcht toneel waren van een bloedige strijd. Honderden soldaten sneuvelden bij de poging van Frederik Hendrik om de Spanjaarden uit Gennep te verdrijven. En de inwoners, ook die van dorpen eromheen, doorstonden vele ontberingen. Ze moesten duizenden soldaten voeden en onderdak verlenen. Ondertussen kwamen ze ongemerkt in aanraking met dodelijke ziektekiemen.
Is het wel kies om in tijden van grote geweldsuitbarstingen – Oekraïne, Gaza, Libanon – het vergrootglas te leggen op een oorlog van toen? Zeker wel. Want met de kennis van nu kunnen we zo’n verhaal met veel meer schakeringen vertellen. Over het strijdplan en wie er won, dat verhaal kennen we wel. Maar door te verbreden, zoals hier door vijf personages te laten spreken, krijgen we een veel beter beeld van wat zo’n wekenlang beleg voor de regio betekende. Misschien mogen we de lijn wel doortrekken naar het heden. Zoals de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) een strijd was over wie het voor het zeggen kreeg in een land, zo is het vandaag de dag niet anders, helaas.
De expositie is samengesteld door Bibi Beekman (32), conservator van het Limburgs Museum in Venlo. Het is de eerste keer dat het provinciale museum de kop van Limburg opzoekt om op locatie een geschiedenisverhaal te vertellen. ‘Dat doen we aan de hand van vijf karakters’, zegt Beekman. Naast de eerdergenoemde huursoldaat, zijn dat Frederik Hendrik, de weduwe Neel Weffers, prior Henricus Verheyen van het kruisherenklooster in Sint Agatha en de boerenfamilie Van Swanenburgh. Elk karakter kreeg een hoekje in de tentoonstelling. Vooral de verhalen van de Gennepse weduwe en de boerenfamilie geven een andere blik op het Genneps beleg. We leren dat de katholieke weduwe niet echt blij is dat de stad door de protestantse Frederik Hendrik wordt belaagd. Maar de inkwartiering van soldaten brengt wel geld in het laatje. Dus zwart-wit is het allemaal niet.
De familie Swanenburgh woont in Middelaar. Die zien met lede ogen toe hoe de soldaten hun akkers plunderen. Soms worden vrouwen verkracht…
Wat leren we? Beekman: ‘Dat terwijl in Holland een Gouden Eeuw wordt beleefd, in frontgebied Brabant en Limburg sprake is van een Grauwe Eeuw.’
Een fraaie animatiefilm vormt de passende afsluiting van een pakkende tentoonstelling die van een voetnoot uit de vaderlandse geschiedenis een levendig verhaal maakt. Niet over heldhaftige generaals, maar over gewone mensen, van vlees en bloed.
De expositie in het oude stadhuis is een coproductie van het Limburgs Museum en de gemeente Gennep. Te zien elke dinsdag tot en met zaterdag van 10 tot 16.30 uur, ’s zondags van 12.30 tot 16.30 uur.
Bij de foto: kinderen kunnen een ganzenbord spelen over het beleg van Gennep.