Dwarskijker zaterdag 25 maart 2023
Burgemeester Moorman van het Land van Cuijk heeft eergisteren een poosplaats geopend. Op Landgoed Tongelaar. Er is een zwerfkei neergelegd waarin een gedicht is gebeiteld.
Ik dacht eerst dat de poosplaats genoemd is naar de familie Poos. Dat was lang geleden, toen Landgoed Tongelaar voor een deel nog tot het grondgebied van de toenmalige gemeente Gassel behoorde, een belangrijke familie. Maar liefst drie keer was een Poos burgemeester van Gassel. Had dus gekund.
Maar ik vergiste me. Deze poosplaats is afgeleid van het best wel ouderwetse woord verpozen. Ouderen kennen nog de leus van de ANWB: Laat niet, als dank
voor ’t aangenaam verpoozen, den eigenaar van ’t bosch , de schillen en de doozen!’ Een gedichtje van Hendrik Slicher (1863-1938).
Bij die poëtische zwerfkei op Tongelaar kun je dus aangenaam verpozen en ondertussen genieten van poëzie.
Het is de eerste in de regio, aldus de krant. Dat is niet helemaal waar. Bij De Vilt in Beugen ligt al sinds de heropening in 2010, na die grootscheepse opknap van het natuurgebied, een zwerfkei. Met daarin een gedicht, geschreven door onze eigenste koningin van de dialectpoëzie, Mientje Wever. En je kunt je bij die plas, zeker bij ondergaande zon, uitstekend verpozen.
Wat een gemiste kans is, bij de Tongelaarse poosplaats, is dat ze in die kei een gedicht hebben gebeiteld van een meneer uit Nuenen. Ze zullen best goed kunnen dichten, daar in dat dorp van Van Gogh. Maar in het Land van Cuijk struikel je over de dichters. Die zijn ook nog eens steengoed, om eens een passend predikaat te gebruiken. Ze winnen regelmatig prijzen. Jammer.
Ik wens de voorbijganger een aangenaam verpozen. Maar denk aan de schillen én aan de dozen.