Aflevering 121 van Sprekend Verleden
Mevrouw Sophia S. van Meukeren-van Beverwijk legt op dinsdag 28 november 1871 de eerste steen van de spoorbrug tussen Oeffelt en Gennep. Deze Rotterdamse dame valt die eer te beurt omdat ze de echtgenote is van notaris Willem van Meukeren. Dat is één van de initiatiefnemers van het Duitse Lijntje, de spoorweg Boxtel-Wesel. De brug over de Maas wordt een onmisbare schakel in de spoorlijn die in aanbouw is.
Al snel nadat de eerste locomotieven over de brug rijden, wordt duidelijk dat er een grote fout is gemaakt: de brug ligt te laag. Bij een normale waterstand van de rivier is er geen probleem, dan kunnen de schepen er gemakkelijk onderdoor. Maar regenrivier Maas ként eigenlijk geen normale waterstand. Soms is ze laag, andere keren laat ze de oevers voor wat ze zijn en overspoelt zonder pardon de uiterwaarden. In Venlo hadden ze al gewaarschuwd: bij hoogwater kunnen de raderboten, met hun hoge raderkasten, niet onder die brug door!
Die van Venlo krijgen gelijk.
Bij hoogwater moeten reders bij Gennep hun lading overslaan op schepen aan de andere kant van de brug. Dat kost tijd en geld. Vooral rederij Berger uit Venlo zegt schade te lijden: de brug moet hoger! De regering piekert er niet over om ‘voor een enkeling’ de kersverse brug te laten optillen. Alleen al het verhogen van de opritten naar een hogere brug kost schrikbarend veel geld en is technisch moeilijk omdat ook het dichtbij gelegen Gennepse spooremplacement aangepast moet worden.
Eind jaren twintig is iedereen ervan overtuigd dat het zo niet verder kan. Het besluit valt om de pijlers 2,60 meter te verhogen en de brug op te tillen. Op 11 november 1930 wordt het werk aanbesteed. De kosten worden geraamd op 241 duizend gulden (anno nu gelijk aan 1,9 miljoen euro). Aannemingsbedrijf V/h L.H.J. Siepe uit Winterswijk sleept de opdracht binnen. Het metselwerk mag aannemer Kersten uit Boxmeer doen. Er wordt vrijwel direct met de klus begonnen.
In lokale kranten klint een oud geluid: kan de spoorbrug niet meteen ook verkeersbrug worden? Dan zijn voetgangers, fietsers en automobielen niet meer afhankelijk van de veerponten van Oeffelt-Gennep en Boxmeer-Heijen. Het geluid van deze lieden met een vooruitziende blik – het autoverkeer neemt immers in rap tempo toe – krijgt niet meer dan een doffe echo en valt dood tegen de pijlers van de brug. Zelfs dat ogenschijnlijk slimme idee van die ene briefschrijver wordt niet opgepikt: bouw geen verkeersbrug naast het spoor, maar leg de spoorstaven in asfalt. Net zoals tramlijnen in de stad. Er rijden dagelijks maar acht treinen over de brug dus de rest van het verkeer kan in de resterende tijd gemakkelijk oversteken.
Overigens mogen fietsers en voetgangers de spoorbrug soms wél gebruiken: als de veerpont bij hoogwater uit de vaart wordt gehaald. Dan mag dat langzame verkeer over de spoorbrug. Aan beide zijden van de brug wordt dan een bewaker gestationeerd die bekend is met de doorkomsttijden van de treinen. Als het spoor vrij is, mag je oversteken.
In de zomer van 1931 is de klus geklaard. De Gennepse brug ligt 2 meter 60 hoger. Geen schipper die nog klaagt.
Geraadpleegde bronnen:
- De Echo, Boxmeersch Weekblad, Venloosche Courant
- De Noord-Brabantsch-Duitsche Spoorweg-Maatschappij, de Vlissinger Postroute – Vincent Freriks, Hans Schlieper, 2008,
Bij de illustratie: Een foto uit De Tijd van 18 juli 1931 van de inmiddels in gebruik genomen verhoogde brug. Hieronder: de eerste steen in één van de pijlers.
