Ik kan best wat hebben van mijn medemens. Ach, ik mopper graag en in de beslotenheid van dit hoekje in de krant neem ik mijn medemens graag ongenuanceerd de maat. Maar waar ik serieus een bloedhekel aan heb, is voorkruipers. Dus toen ik gisteren in de krant las dat er gajes rondloopt dat met smoesjes, valse voorwendsels, nep-aandoeningen en voor anderen bedoelde websitelinks voorkruipt bij het halen van een prik tegen corona, spuugde ik furieus mijn ontbijt uit over de krant.
Het idee is nauwelijks te bevatten, dat er gewetenloze types zijn die de prikjes uit de bovenarmen van zestigplussers stelen zodat ze van de zomer zelf gevaccineerd en wel kunnen gaan liggen bakken op de stranden van de Middellandse Zee.
Ik hoop dat de zon dat bakken letterlijk neemt, dat de voorkruipers met hun geroosterde velletjes na terugkomst in Nederland direct door kunnen naar de dermatologiekliniek.
Ik geef toe dat ik ook ongeduldig werd in afwachting van mijn eerste prikje. Hoorde van leeftijdsgenoten uit andere plaatsen dat ze al aan de beurt waren geweest. Las dat mijn leeftijdsgroep in de noordelijke provincies al volledig was ingeënt. Maar ik heb er geen moment aan gedacht om voor te kruipen. Sterker nog, toen de krant dat verhaal bracht over een jonge, chronisch zieke vrouw die haar kind vanwege besmettingsgevaar al een jaar thuis moest houden van school en vriendjes, die smeekte om gevaccineerd te worden, heb ik sterk overwogen mijn prikje aan haar af te staan. Toen werd bekend dat mijn vaccin voor haar leeftijdsgroep een risico was.
Ik hoop dat ze inmiddels is geprikt. Het zou de enige zijn achter me in de rij tegen wie ik zou zeggen: ‘Toe maar wijffie. Kruip lekker voor.’