Aflevering 83 van Sprekend Verleden
Drijfjacht is voor de notabelen van het dorp een aangenaam tijdverdrijf. Samen met ‘de vrinden’ in het late najaar over het landgoed van één hunner trekken. Met het jachtgeweer in de aanslag, in de hoop een flinke haas of ree voor de loop te krijgen. Aangezien vooral konijnen, die het gewas aanvreten, de boeren tot wanhoop drijven, wordt de jacht aangemoedigd. In de krant volgt verslag gedaan van het soort en aantallen wild dat het loodje legt.
In de 19e en begin 20e eeuw zijn in deze regio tal van particuliere landgoederen een mekka voor de jagers. En voor het gewone volk natuurlijk. Maar Jan met de pet moet zijn haasje stiekem verschalken en oppassen niet door de jachtopziener te worden betrapt.
Als de hoge heren op drijfjacht gaan, zijn de boerenknechten en dagloners wèl welkom. Zij moeten in slagorde door het bos trekken en het wild uit het struikgewas jagen. Zodat de jagers hun loop maar hoeven te richten.
Hannes Metselaars, dagloner uit de Sambeekse hei, kun je ’s nachts wakker maken voor een drijfjacht. Hij is stééngoed. De heren hebben hem er graag bij. Hij kent bos en wild zó goed dat hij van tevoren kan voorspellen hoe groot de buit zal zijn.
In december 1895 viert Hannes (62) een jubileum. Hij doet al een kwart eeuw mee aan de drijfjachten en voert de drijvers deskundig aan. De heren jagers bieden hem op oudejaarsdag een feestelijke maaltijd aan in zaal Straatmans in Boxmeer. Ook zijn drijvers zijn van de partij. Twee van hen, Reinier Willems en Kobus Philipsen, houden na de feestelijke dis een toespraak waarin ze Metselaars bejubelen. ‘Geen koude of hitte, geen wind of regen hebben eenige invloed op hem; geen schooner triumf voor hem, als, wanneer het doodend lood langoor hals over kop in een voor of greppel doet tuimelen’, aldus het Boxmeersch Weekblad. Na de loftuitingen wordt nog menig glaasje op het heil van de jubilaris gedronken. Helaas valt over het vólgend jachtseizoen voor Hannes een donkere schaduw: zijn 21 jaar jongere vrouw en zijn 7 maanden oude zoontje overlijden in oktober, daags na elkaar.
Een drijver moet verdomd goed opletten: uit het schootsveld van de jagers blijven. Tijdens een drijfjacht op het landgoed Ossenbroek in Beers, van de familie Van Hövell tot Westerflier, loopt de jachtopziener zelf in de weg loopt. Peter Nelissen (47) ziet een opgejaagd konijn terugrennen. Hij gaat achter het beest aan en juist op dat moment klinken enkele schoten. Hij wordt geraakt, net als zijn zoontje dat hem vergezelt. Nelissen krijgt negen hagelkorrels in zijn linkerbeen, zoon Martinus een korrel in een voet. Dokter Barteling uit Nijmegen, toevallig ook van de partij, verleent eerste hulp. In het ziekenhuis worden de korrels verwijderd. Wie op hem geschoten heeft? Nelissen zegt tegen de gemeenteveldwachter dat ie geen idee heeft.
De jagers weten vast wel wie de drijver voor een konijn heeft aangezien. Er worden geen woorden aan vuil gemaakt. Dat jonkheer Van Hövell tot Westerflier de doktersrekening betaalt, maakt veel goed. En het haasje dat Nelissen ’s avonds op de keukentafel heeft kunnen leggen vast ook.
Bij de illustratie: Hazenjacht met honden en netten. Prent van Philips Galle, naar een ontwerp van Jan van der Straet (1578), te zien in het Rijksmuseum te Amsterdam.
Geraadpleegde bronnen:
- archief gemeentebestuur Beers (BHIC)
- Boxmeersch Weekblad, jaargang 1895 en 1896