Aflevering 70 van Sprekend Verleden
Er zijn geen klachten en toch vindt de Millse burgemeester dat het verboden moet zijn. Dat zegt hij op 10 november 1936. De burgervader, wiens volledige naam luidt: jonkheer Carolus Henricus Josephus Ignatius Maria van Nispen tot Sevenaer, vrijheer van Kessenich en heer van Hunsel, is naar de rechtbank in Den Bosch gekomen om te getuigen in een spraakmakende zaak.
Waar maakt hij zich druk om? Over dansen. Dat er met de kermis in zijn dorp gedanst wordt, à la. Maar elke wéék vindt hij te gortig. ‘In Mill waakt men tegen zedenverwildering. Men heeft niets tegen de lichaamscultuur, maar men past voor neo-paganistische verwording’. Van Nispen wil er met zijn dure woorden voor waarschuwen dat zoiets primitiefs als dansen de mens kan terugwerpen naar vóór-christelijke tijden. Toen de mens het nog niet zo nauw nam met normen en waarden.
In Mill wordt gedanst bij de Victoria Club. Je kunt er elke zondagavond terecht. De entree bedraagt een kwartje en de muziek komt uit een modern orgel, een pierement. Het is er soms zo druk, schrijft het Algemeen Handelsblad, dat er van dansen weinig komt: ‘Het is meer een soort deinen, in dichte wolken tabaksrook en de lucht van bier, onder het meebrullen van populaire dansliedjes.’
Het gebeurt allemaal zonder vergunning. De burgemeester vindt dansen immers ‘zedenverwildering’. Daarom heeft de exploitant, Gerard Hurkens (30) uit Mill, iets slims bedacht. ‘Victoria’ is volgens hem een besloten club. Daar kan de overheid zich grondwettelijk niet mee bemoeien. De 25 cent die de bezoekers bij binnenkomst betalen is geen entree, maar contributie.
Het smoesje is goed, maar het praatje deugt niet, vindt de burgemeester. Hij heeft de veldwachter op zo’n dansavond afgestuurd en die heeft uit de mond van enkele bezoekers gehoord dat ze van geen club weten en gewoon een kwartje entree hebben betaald. De zaal is gesloten, het orgel verzegeld en het proces-verbaal naar de kantonrechter in Boxmeer gestuurd. Die heeft Hurkens en diens echtgenote Hendrica veroordeeld tot 50 gulden boete of 50 dagen celstraf.
Het echtpaar is in hoger beroep gegaan. Nu buigt de rechtbank in Den Bosch zich erover. De burgemeester doet zijn zegje. Het Openbaar Ministerie heeft getuigen opgeroepen, uit Mill, Zeeland en Uden, die verklaren dat ze zonder lidmaatschapskaart de danszaal binnen mochten. Ook de verdachte krijgt het woord. Hij houdt vol dat Victoria een dansclub is waar je lid van moet zijn om binnen te komen. Er is zelfs een bestuur dat uitmaakt wie wel of niet lid mag worden. Zijn zwager, Victor Goossens uit Escharen is penningmeester. De advocaat van Hurkens zegt dat de club al drie jaar bestaat, destijds ten huize van Hurkens is opgericht en vanwege het succes naar een zaal is moeten uitwijken.
De rechter lijkt op de hand van de burgemeester te zijn. Dat Hurkens het steeds over ‘contributie’ heeft, vindt hij belachelijk. Maar hij twijfelt. Hij hecht ook aan het grondwettelijk recht van vereniging.
Op 3 december valt zijn oordeel: het echtpaar gaat vrijuit. Maar van de Victoria Club wordt daarna niet veel meer gehoord.
Bij de foto: Dansende zeelui op een schilderij uit 1930 van John Christopher Wood.
Geraadpleegde bronnen:
- Archief gemeente Mill en Sint Hubert (BHIC)
- Merlet, historisch blad van historische kring Land van Cuijk
- Algemeen Handelsblad van 13 november 1936