Gedoe in Sint Tunnis. Heeft een club van slimme mensen eindelijk het verbouwingsplan voor gemeenschapshuis Oelbroeck klaar, zegt de gemeente: ‘Veuls te duur!’ Nou ja. Gooit die club de kont tegen de krib natuurlijk. ‘Hebben we voor de kat zijn viool gewerkt! Vrijwillig nog wel!’
Er schijnt iets niet goed te zijn gegaan in de communicatie. Volgens de gemeente is van tevoren gezegd: ‘Het mag maximaal vijf ton kosten.’ Misschien vloog er net op dat moment een F16 van Volkel over. In ieder geval heeft die club iets gehoord als: ‘Het mag gerust wat kosten.’
Onder de streep staat nu een bedrag van 2,5 miljoen euro. Tikkeltje meer dan de 5 ton die de gemeente had gereserveerd. Dat verschil van twee miljoen komt, als ik het goed begrepen heb, niet door slechte rekenmeesters. Blijkbaar hebben de plannenmakers hun opdracht gewoon wat ruimer geïnterpreteerd. Vergelijk het maar met een aannemer bij wie u een offerte vraagt voor het opknappen van uw toilet. Dat die aannemer gemakshalve óók een nieuwe keuken en badkamer incalculeert.
‘Maar meneer de aannemer, 40.000 euro?’
‘We zijn tóch aan het breken, mevrouwtje. Op den duur bent u goedkoper uit. Hier tekenen graag. De materialen zijn al besteld.’
Of ze daar nog uitkomen? De gemeente kan natuurlijk bakzeil halen. In de wetenschap dat er een mooie voorziening voor terugkomt. Een greep in de kas of lenen. Maar wat zal de verloofde daarvan vinden? Zo meteen belooft Sint Tunnis eeuwige trouw aan buurgemeente gemeente Boxmeer. Daar hoort een bruidsschat bij, geen schuld.
Met een goed praatje komt een charmante verloofde er vaak wel mee weg. Komt het dus wéér op communiceren aan. Bidden dat er geen straaljagers overvliegen.
Geurt Franzen schrijft tweemaal per week (woensdag en zaterdag) de column Dwarskijker voor de editie Maasland van De Gelderlander