De passagiers van een stoomboot die Sambeek passeerde, kregen de schrik van hun leven, op maandagavond 2 augustus 1875. De boot maakte water. Er was een ‘tamelijk groot gat’, aldus het Boxmeersch Weekblad, in de ijzeren wand geslagen. Een kajuit liep vol water en dat bracht ‘grote ontsteltenis teweeg’ bij de opvarenden.
Gelukkig handelde het personeel alert. Met linnen en pek werd het gat provisorisch gedicht. Uit Boxmeer kwamen werklui met een pomp en door de hele nacht door te werken, werd het schip weer ‘zeewaardig’ gemaakt. De volgende ochtend kon de reis ‘met nieuwe stoom en moed’ worden voortgezet.
De stoomboot voer een vaste dienstregeling, enkele dagen per week, tussen Venlo en Rotterdam. Tussen 1842 en begin twintigste eeuw werden reizigers en vracht over de Maas vervoerd. De boten legden op veel plaatsen aan zodat je ook kon reizen tussen de Maasdorpen onderling. Aanlegplaatsen waren er onder meer in Maashees, Vierlingsbeek, Boxmeer, Gennep, Cuijk en Grave.
In het Brabants Historisch Informatie Centrum in Den Bosch wordt nog een reglement bewaard (foto) van 18 november 1853 waarin de minister van Binnenlandse Zaken tot in detail vastlegt waar ondernemer en reizigers zich aan moeten houden. De ondernemer was de firma Berger uit Venlo; later nam de firma Janssen de lijn over. De boten droegen de namen ‘Maas’, ‘Bertha’, ‘Louisa’, ‘Clementina’ en ‘Elisa’.
Het reglement bevat niet minder dan 63 artikelen en een aantal bijlagen waarop de tarieven staan die reizigers en vrachtvervoerders moesten betalen. Die tarieflijst is gedetailleerd en geeft een aardig beeld van wat er in die tijd zoal verhandeld en vervoerd, maar ook geteeld en gegeten werd. Kruiden, lijnzaad, krenten, bokking en brood, van elk product werd bepaald wat per pond betaald moest worden. Een zak aardappelen stroomafwaarts vervoeren kostte 40 cent. Maar stroomopwaarts, als de stoommachine veel meer kracht verbruikte, kostte de zak tien cent meer. Wie de hele reis wilde maken, van Venlo naar Rotterdam of andersom, betaalde 8 gulden. Dat lijkt weinig, maar de koopkracht van die 8 gulden staat vandaag de dag gelijk aan ruim 81 euro. Stroomafwaarts, vanaf Venlo dus, duurde de gehele reis 17 uur. Stroomopwaarts was je veel meer tijd kwijt, dan duurde een vaart van Rotterdam naar Venlo 22,5 uur.
Wilde je per boot een stukje meevaren, bijvoorbeeld van Vierlingsbeek naar Boxmeer, dan was je 60 cent kwijt (13,50 euro anno nu).
Roken aan bord mocht, maar pijp alleen als je er een dopje opzette. Honden mochten niet in de kajuit komen. Passagiers mochten het personeel om hulp vragen, maar dat gold niet voor de arme sloebers die tegen half geld op het voordek plaats hadden gekregen. De boot mocht bij tussenliggende haltes maar vijftien minuten aanleggen dus je moest haast maken als passagier, vooral als je veel bagage had. Fooien geven was niet toegestaan, praten met de stuurman evenmin. De reis duurde lang en daarom waren dam- en schaakbord gratis te gebruiken. Speelkaarten werden alleen tegen betaling uitgeleend en gokken was streng verboden.
Foto: Een tekening van Venlo uit 1850 met een raderstoomboot op de Maas. Inzet: het reglement van de stoombootdienst Venlo-Rotterdam. Foto: Geurt Franzen