Volgens mij klonk er nog een toontje, maar het publiek sprong al op voor een staand applaus. Zo doen we dat hier. Niks zuinigjes klappen. Als die lui op het podium hun best hebben gedaan, slaan we onze handen stuk. En wel rechtopstaand.
Dat was zaterdag de 22ste. Op het podium de Sambeekse harmonie en het koor Sento Vero. Ze brachten ons de Carmina Burana van Carl Orff. Geen kattenpis. Zomaar ingestudeerd door meer dan honderd amateurs, gewone mensen zoals u en ik die maandenlang een avond in de week niet naar Netflix, maar naar de handen van een dirigent hebben gekeken.
Waar was dat mega-optreden? In de Schouwburg Cuijk. Hier en daar was een microfoontje nodig om zang en muziek in balans te krijgen, maar dat mocht de pret niet drukken. Twee keer mudje vol, twee keer een ovatie voor een klassiek concert door en voor Land van Cuijkenaren.
Zo’n dingetje doe je niet in een tent op het Pastoor de Vochtplein in Sambeek. Zo’n dingetje doe je in een professioneel theater. En dat hebben we. Ik zeg gewoon ‘we’ ja, al ben ik ginne Kuukse.
Eigenlijk moeten we ons schamen. Dat we Cuijk laten opdraaien voor de kosten. Eerst die megaverbouwing van miljoenen en nu, nu de schouwburg door een domme zet van de raad geen baromzet mag houden en u te weinig kaartjes koopt, moet er nog eens geld bij. Het publiek komt voor de helft van buiten Cuijk. Hoog tijd dat we die ene gemeente Land van Cuijk optuigen. Dat we als grote gemeente trots kunnen zijn op regionale cultuurdragers zoals de schouwburg en die andere zalen. Dat we ook het Oorlogsmuseum niet met een fooi van alleen Boxmeer bedelen. Dat we de cultuur uit eigen zak betalen en met nog meer voldoening de handen stuk slaan.