Een stuk of wat Brabantse cafetaria’s doen mee met een proef. Ze sluiten de deuren. Nu denkt u natuurlijk: wedstrijdje wie het eerst failliet is. Maar het zit anders. Ze doen de deuren alleen op slot in de avonduren, als de winterse donkerte is gevallen. En ze doen de deur met een afstandsbediening open zodra u, snakkend naar een gezonde oer-Hollandse bak friet saté, tegen het raampje klopt.
Het is voor de veiligheid, zegt de politie. Die statistieken bijhoudt waaruit blijkt dat overvallers het vooral op de kassa’s van frietzaken gemunt hebben.
Ik ben een man van simpele oplossingen en zou dus zeggen: doe iets aan die kassa’s. Weg met de cash, je kunt je patatje oorlog alleen nog met pin betalen. Maar da’s té simpel. Liever die omweg van een deur waarmee je ongewenste gasten kunt buitenhouden.
Nu doe ik even of ik zo’n Brabantse frietbaas ben. Moet er niet aan denken, de hele dag boven zo’n vetpot hangen, maar goed, voor een degelijke column heb ik wel wat over. De eerste vraag die in mij opkomt, is niet hoelang ik het frietmandje in het vet moet laten hangen, maar: wanneer doe ik de deur níet open?
Krijg ik daar een cursus ‘Herken de cafetaria-overvaller’ voor? Moet ik denken aan: ongeschoren? Een in Brabant minder voorkomende huidkleur? Muts over de ogen? En wat als het vriest? Is een tattoo een reden om voorzichtig te zijn? Een priesterboordje wellicht? En met carnaval?
Lijkt me nog niet zo gemakkelijk om de hongerige van de overvaller te onderscheiden. En waar gaat de boef naartoe als alle frietkotten beveiligd zijn? Naar de Gamma? Ook tot 9 uur open. Moet ik voortaan aanbellen voor een doosje universeel torx platkopschroeven verzinkt 5.0 x70 mm. Kweenie.