Het was geen gewone bijbel die in de jaren zeventig tevoorschijn kwam bij een verbouwing in een woning aan de Sint Anthonisweg in Boxmeer. Het was een soldatenbijbel, met New Testament op het omslag. Het beduimelde boekje lag verstopt in de kruipruimte.
De eigenaar was ene W.R. Campbell, die op 14 juli 1939 zijn naam in het boekje had geschreven. Begin februari 1945 moet het bijbeltje onder de vloerplanken terecht zijn gekomen. Het had al een behoorlijke reis gemaakt, zo blijkt uit de spaarzame notities in het boekje.
William R. Campbell was een Schotse militair over wie we weinig weten. Wellicht noemden zijn kameraden hem Bill. Zijn ouderlijk huis stond vermoedelijk in Glasgow, aan Auldhouse Road. Aan de hand van de krabbels is de weg te reconstrueren die hij vanaf de zomer van 1939 heeft gemaakt.
Het Boxmeer waar hij in februari 1945 terechtkwam, moet er troosteloos hebben uitgezien. Feitelijk was het dorp bevrijd, al sinds september 1944. Maar de bewoners waren geëvacueerd. Het was er gevaarlijk. Aan de Limburgse kant van de Maas heersten de Duitsers nog en zij schrokken er niet voor terug om ’s nachts over te steken, om de dorpen leeg te roven, sabotage te plegen en torens op te blazen.
Campbell maakte deel uit van een verkenningseenheid van de 52e Lowland Division. Die divisie, opgericht in de negentiende eeuw, stond ook wel bekend als de Cameronians. Ze waren vernoemd naar de befaamde Schotse kerkleider Richard Cameron (1648-1680), die zich had verzet tegen de pogingen van de Engelse koning om de Schotse kerk zijn regels op te leggen.
Campbell en zijn maten hadden onderdak in de leegstaande huizen in Boxmeer en maakten zich op voor een belangrijke slag. Het Reichswald moest veroverd worden. Een operatie met de naam Veritable. De Maas over, de Duitse soldaten verdrijven uit de kop van Noord-Limburg en dan doorstoten. Misschien werd de Schotse militair verrast door de mededeling dat ze moesten oprukken. Dat hij daardoor vergat dat hij zijn bijbeltje onder de vloerplanken had verstopt.
In het boekje staat zijn legernummer, 9828, en aangezien dat een relatief laag nummer is, mogen we aannemen dat hij ruim voor de Tweede Oorlog als vrijwilliger dienst had genomen. Uit een andere notie blijkt dat de Schot begin 1940, ook vrijwillig, aan een gevaarlijke expeditie deelnam. Hij meldde zich toen voor het 1e Independence Company. Die Britse elite-eenheid, een soort van guerrilla’s, werd in het voorjaar van 1940 ingezet in Noorwegen, in een poging om de Duitsers daar tegen te houden. Hetgeen mislukte. Daarna was de eenheid actief in Noord-Frankrijk, maar ook daar lukte het niet de opmars van de Duitsers te stoppen. Vanaf D-Day had de divisie meer succes.
We weten dat Campbell al zijn missies heeft overleefd, maar meer ook niet. Eén keer haalde hij de krant. Op 9 februari 1944, toen hij in de buurt van Afferden in bloedige gevechten moet zijn beland, schreef de lokale krant Belshill Speaker dat het de koning had behaagd hem te onderscheiden met de Efficiency Decoration. Voor twintig jaar trouwe dienst.
Bij de foto: Twee pagina’s uit het bijbeltje van W.R. Campbell. Foto: Guido Siebers
Dit is aflevering 24 van de historische rubriek Sprekend Verleden die elke maandag in de editie Maasland van De Gelderlander verschijnt. Daarin gaat Geurt Franzen op zoek naar het verhaal achter voorwerpen en documenten die zijn overgeleverd uit de rijke geschiedenis van Oost-Brabant en Noord-Limburg.