Het Bossche appartement van dochterlief moest deze week leeg. Tuurlijk komt papa helpen. Apparaten afsluiten, dozen sjouwen. Als ik maar niet naar de milieustraat hoef, dacht ik, elke keer als ik me met een doos langs die groeiende stapel afval en overtollig huisraad naast de voordeur wurmde.
Ritjes naar mijn eigen milieustraat, die in Haps, stel ik zolang mogelijk uit. Ga nog liever een dagje naar de Efteling met zes pubers die een pallet Red Bull hebben leeggedronken. De laatste tijd is het er efficiënter geworden, maar er is altijd wel een oranje hesje dat je bestraffend toespreekt omdat je uit je auto stapt waar het niet mag. Om te zwijgen over die 15 euro per kuub die je sinds kort moet betalen. Niet dat ze die kuub opmeten: een kofferbak is een halve kuub, vol of niet.
Alle kamers waren leeg. Alleen als je dat wilde, hoorde je nog de echo van geluiden die horen bij een leven van jonge mensen die denken elkaar voor eeuwig gevonden te hebben. Echo’s die wreed overstemd werden door het geschreeuw van twee dwergpapegaaien die geen idee hadden waar hun kooi zou komen te staan.
Pap, doe jij het afval even?
Slik. Tuurlijk schatje.
Met tegenzin reed ik naar de Bossche milieustraat. Keerde fluitend terug. Dat de kringloopwinkel er een afgiftepunt had, was ideaal. Weet je zeker dat wat je overhoudt, afval is. Daarna opende ik met een pasje de slagboom waarna mijn auto gewogen werd. Deponeerde mijn dochters afval op aanwijzen van vriendelijke hesjes in de verschillende containers en reed naar de kassa waar mijn auto opnieuw werd gewogen en ik contactloos kon pinnen. Mijn auto – best volle kofferbak – was 30 kilo lichter en dat kostte me… anderhalve euro.
(Foto: Ed van Alem)