Van de vier seizoenen heb ik de zomer het minste lief. Staat alles te veel stil. Ik wil beweging. Naar buiten kijken en ontdekken dat alles er weer net iets anders uitziet dan gisteren. Het nieuwe blad een tikkeltje groener, het broze oude blad weer iets meer karmijnrood. Boven je hoofd wolken die zich uit elkaar trekken en eigenwijs nieuwe figuren vormen. Dus van de lente houd ik en van de herfst. Van seizoenen waarin de natuur stilstaat – al is het dan voor het oog – zijn de dagen over het algemeen het vergeten waard. Van winter en zomer dus. De winterdagen zijn nog trouwens enigszins te doen: ze zijn eerder om. Deze zomer bevestigt mijn hekel in al zijn verschijningsvormen. Te heet, te droog, te lang, te veel van hetzelfde. Elke blik naar buiten levert al tijden hetzelfde beeld op: geel gazon, egaal blauwe lucht. En als je diep inademt al wekenlang dezelfde geur: die van aangebrand vlees. Saai. Nu geldt code oranje. Niet meer dan een vriendelijk verzoek om niet allemaal tegelijk de tuin te sproeien en korter te douchen. Kent iemand het rooster? Achternamen A tot en met M sproeien van 6.30 tot 7.30? N tot en met Z douchen tussen 7.30 en 8.00 uur, max 5 minuten? Oranje, maar Gennep laat de fonteintjes op het Jan Lindersplein gewoon sputteren. Ik geloof niet dat veel mensen van oranje wakker liggen. Wel vanwege de hitte, die zich ’s avonds niet naar buiten laat jagen. Van de muggen, waarvoor hetzelfde geldt. Laten we oranje maar gewoon afschaffen. Voor mij is zomer toch al code rood. ‘Niet zo klagen’, fluistert een stemmetje in mijn hoofd. ‘De meeste mensen genieten van deze zomer.’ Ik zwijg al. Als u maar weet dat ik de eerste wespen ook al heb gespot.