Misschien hadden ze de krengen nooit moeten uitvinden. Rotondes. Wat is er mis met een voorrangskruising waar de helft van het verkeer netjes wacht totdat de andere voorbij is? Wat is er mis met verkeerslichten? Een kort moment van verstilling tussen A en B doet de reiziger goed. Om even te kauwen op de belangrijkste levensvraag die er is: wat is mijn bestemming? Een reis zonder pauzes is als schrokken in een driesterrenrestaurant. Het kan je laatste zijn. Dan hadden ze er in Gennep ook niet over hoeven steggelen. Over de vraag wie verantwoordelijk is voor de aankleding van rotondes. Blijkbaar hebben ze een aantrekkingskracht op vuilnis en verworden ze tot allesbehalve visitekaartjes van een proper Gennep. Ik heb nooit begrepen waaróm ze aangekleed moeten worden. Het is horror vacui, angst voor leegte. Heel erg ín is rotondekunst. Waar je vooral niets in mag herkennen. Ik som de materialen op: beton, cortenstaal, polyester. Ook populair: reclame voor de plaatselijke hovenier. Gevolg van dat alles: je ziet geen hond. Terwijl veilig verkeer juist gebaat is bij vrij zicht. Als rotondes een noodzakelijk kwaad zijn om een vloeiende verkeersdoorstroming te bewerkstelligen, verbloem dan dat kwaad niet met bloemen of cortenstaal. Gewoon plat. Zo lelijk mogelijk. Mijn moeder had het al niet op rotondes. Ineens kwam ze niet meer op haar fiets op bezoek. ‘Waarom zien we je niet meer?’ ‘Durf niet. Er ligt nu een rotonde tussen jou en mij.’ Er was nog even sprake van rotondefietsles voor senioren. Ook niets meer van gehoord. Nu scheuren ze erover heen met hun e-bikes. Zonder te kijken. Er valt ook niets te zien. Moeder rijdt nu rondjes in de hemel. Met losse handen.