Het is een slim schaaltje en nog mooi om te zien ook. Het is iets meer dan 6 centimeter hoog en heeft een diameter van 23,1 centimeter. Bovenin de rand zit een uitsparing zodat je de vloeibare inhoud van de schaal er gemakkelijk uit kon schenken. Dit stukje aardewerk met dat handige schenktuitje wordt een wrijfschaal genoemd. Het is Romeins aardewerk, gevonden in Heijen. Aangezien de Romeinen in de eerste eeuwen na het begin van onze jaartelling door deze contreien rondzwierven en er woonden, zal het een kleine tweeduizend jaar oud zijn.
De schaal maakt waarschijnlijk deel uit van een vondst die in de buurt van het dorp is gedaan halverwege de 19eeeuw. Toen zijn een twintigtal voorwerpen aangetroffen in een brandgraf. Dat is een graf waarin gecremeerde skeletresten zijn begraven. De Romeinen gaven de doden vaak zogenaamde bijgiften mee, munten om de veerman te betalen die de dode over de rivier naar de onderwereld zou brengen. Maar ook gebruiksvoorwerpen voor tijdens de reis belandden in het graf. Zo kwamen in Heijen ook kookpotten, drinkbekers en glazen tevoorschijn.
De wrijfschaal is begin vorige eeuw terechtgekomen in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden, waar het nog steeds wordt bewaard. Uit de inventaris blijkt dat het museum op 21 april 1890 een grote verzameling vondsten aankocht die toebehoorden aan notaris Gérard C. H. Guillon (1811-1873) uit Roermond. Het museum betaalde 1.109 gulden (gelijk aan bijna 14.000 euro nu) voor een groot deel van de rijke archeologische verzameling van de Roermondse notaris, die uit meer dan 1.000 vondsten bestond. Veel voorwerpen had hij zelf opgegraven.
Het Romeinse schaaltje, ook wel een mortarium genoemd, werd niet gebruikt om voedsel in op te dienen, maar was een werktuig in de keuken. De bodem van de schaal was opgeruwd door middel van meegebakken, uitstekende harde steentjes. Door ingrediënten, zoals kruidenblaadjes, over die bodem te wrijven, werden ze fijn gemalen. Je zou zo’n wrijfschaal kunnen vergelijken met een vijzel. In de wrijfschaal werden sauzen en papjes gemaakt die door het tuitje werden uitgeschonken. Met recht een slim schaaltje dus.
De Nederlandse bodem heeft veel van die wrijfschalen prijsgegeven. Verscheidene zijn gevonden in grafheuvels in Weert en Nederweert. Er zijn verschillende soorten wrijfschalen; sommige hebben een opstaande tuit, bij andere, zoals het Heijense schaaltje, is de schenktuit in de rand verzonken.
Weten we zeker dat er Romeinen woonden in het gebied wat we nu Heijen noemen? Het zou kunnen want er zijn wel meer vondsten gedaan. En iets zuidelijker, bij Afferden, ter hoogte van de Eckeltse Beek, zijn de resten van een Romeinse villa gevonden. Het kan ook zijn dat lokale bewoners gebruiken en gewoonten van de Romeinen overnamen, wat we romanisering noemen. Er wordt ook nog steeds vermoed, hoewel bewijzen tot nu toe ontbreken, dat op de oostelijke oever van de Maas een Romeinse weg heeft gelegen. Zoals de heerstraat die aan de westzijde van de Maas liep. Romeinen begroeven hun doden ook in grafheuvels langs zo’n weg.
Dit is aflevering 8 van de historische rubriek Sprekend Verleden die elke maandag in de editie Maasland van De Gelderlander verschijnt. Daarin gaat Geurt Franzen op zoek naar het verhaal achter voorwerpen en documenten die zijn overgeleverd uit de rijke geschiedenis van Oost-Brabant en Noord-Limburg.
Foto: Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.